Cleistocactus Strausii, zilveren fakkelcactus

Niet aaibaar

Deze uniek uitziende planten komen oorspronkelijk uit de bergen van Argentinië en Bolivia, waar zij op een hoogte van 3000 meter overleven. Zij vallen op door hun wollige grijze haardos, die overigens absoluut niet aaibaar is. Gelukkig is deze cactus niet giftig voor mensen of huisdieren, maar de stekels kunnen dus wel gemeen prikken.

Zonaanbidder

Zoals alle cactussen en vetplanten houdt de Cleistocactus van veel zonlicht, het liefst koestert hij zich enkele uren per dag in de zon. Maar als het erg heet wordt, zorg dan wel voor wat schaduw. Heb jij thuis een zonnige en warme plek voor hem, dan beloont hij je in het voorjaar met rode bloemetjes. Hiervoor moet de cactus al wel tien tot vijftien jaar oud zijn, want deze groene vriend bloeit pas als hij op leeftijd is. Met wat matige voeding in het voorjaar gaat de Cleistocactus happy de groeiperiode in.

Verzorging

Zilveren fakkelcactussen kunnen heel goed tegen droogte en zitten er niet mee als je ze een tijdje vergeet water te geven. Het is een plant met minimale behoeften, maar pas wel op met te veel water geven, want daar kunnen de wortels slecht tegen. Een goeie richtlijn is om de bovenste grondlaag flink te laten uitdrogen tussen de gietbeurten door. En in de herfst en winter neemt hij graag een time out en heb je er bijna geen omkijken aan. Een keer in de 5 weken wat water geven is dan prima.

Stekken

Deze cactus laat zich vrij gemakkelijk stekken. Snij hiervoor de jonge uitlopers aan de basis van de stam af. Laat de afgesneden stek een week drogen zodat de snijwond kan genezen. Je kunt de stek daarna in cactus- en vetplantengrond zetten. Houd je er rekening mee dat deze jonge stekken ietsje meer water nodig hebben dan de volwassen exemplaren? Top, en laat ook hier weer de bovenste grondlaag goed uitdrogen tot je opnieuw water geeft.